Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij [29]mat zich driemaal uit over dat kind, en riep den HEERE aan, en zeide: HEERE, mijn God, laat toch de ziel van dit kind in [30]hem [31]wederkomen. 29. Dat is, hij strekt zich uit. Zie gelijke exempelen 2 Kon.4:34; Hand.20:10. 30. Hebreeuws, in zijn midden, of innerste, binnenste; alzo in vs.22. Anders, in zijn lijf. 31. Een schoon bewijs, tonende dat de ziel des mensen is een onderscheiden wezen van het lichaam, door den dood daaruit scheidende en door de opstanding daarin wederkerende. Zie Gen.35:18.